170 antieke houten drukletters
170 houten antieke drukletters 3 verschilende maten
Drukken met houten letters
Drukken met hout kent een lange geschiedenis. Nog vóór de uitvinding van het drukken met losse loden letters door Gutenberg (rond 1450) wordt in Europa al zeker een halve eeuw gedrukt met houtblokken, in Azië zelfs al ruim een half millennium. Zo is hout er een gangbaar materiaal voor het drukken van bijvoorbeeld blokboeken, prenten en speelkaarten. Maar de losse letters in hout komen pas in de 19e eeuw in gebruik.
Dat heeft te maken met de pre-industriële technieken voor hout- en metaalbewerking: er was aanvankelijk helemaal geen methode om grote hoeveelheden identieke letters te produceren in hout. Met metalen, zoals lood, kan dit wel door het te smelten en te gieten. Voor heel grote letters is de techniek van het lettergieten echter ongeschikt. Het metaal koelt na het gieten immers niet gelijkmatig af, met als gevolg een hol en vaak broos oppervlak dat moeilijk af te drukken is.
Letters uit harde houtsoorten bieden een alternatief voor die grotere letterformaten. Met een beitel worden de stukjes hout rondom een letterbeeld handmatig uit het houtblok weggesneden - een erg arbeidsintensief proces. Verbetering komt met de intrede van de freesmachine van Darius Wells (New York, 1827) in combinatie met de pantograaf van William Leavenworth (New York, 1834). Beide uitvindingen maken de productie van houten letters op grote schaal mogelijk. Eenzelfde ontwerp kan nu in alle mogelijke formaten uitgefreesd worden. Enkel de hoekjes en kantjes moeten nog manueel worden bijgeschaafd.